SV | Doch de hand des HEEREN was zwaar over die van Asdod, en verwoestte hen; en Hij sloeg ze met spenen, Asdod en haar landpalen. |
WLC | וַתִּכְבַּ֧ד יַד־יְהוָ֛ה אֶל־הָאַשְׁדֹּודִ֖ים וַיְשִׁמֵּ֑ם וַיַּ֤ךְ אֹתָם֙ [בָּעֳפָלִים כ] (בַּטְּחֹרִ֔ים ק) אֶת־אַשְׁדֹּ֖וד וְאֶת־גְּבוּלֶֽיהָ׃ |
Trans. | watiḵəbaḏ yaḏ-JHWH ’el-hā’ašədwōḏîm wayəšimmēm wayyaḵə ’ōṯām bā‘ŏfālîm baṭṭəḥōrîm ’eṯ-’ašədwōḏ wə’eṯ-gəḇûleyhā: |
Doch de hand des HEEREN was zwaar over die van Asdod, en verwoestte hen; en Hij sloeg ze met spenen, Asdod en haar landpalen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Doch de hand des HEEREN was zwaar over die van Asdod, en verwoestte hen; en Hij sloeg ze met spenen, Asdod en haar landpalen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!